Ontmoetingen op de riksja

Meneer K. 

Hij zit in de hal van het zorgcentrum te wachten. We stellen ons kort aan elkaar voor en ik voel onmiddellijk een positieve klik. Hij heeft er erg veel zin in en ik ook! De beste uitgangssituatie voor een leuke stadsrit met de riksja. Begeleidster B. vertelt dat Meneer K. graag eens naar de Maas wil, het water weer eens zien. Het instappen gaat wat moeizaam. Niet zozeer vanwege de beperkte motoriek, zeker ook door de voetenplank van de riksja die even niet omlaag kan door een defecte handel. Meneer K. excuseert zich voor het feit dat hij waarschijnlijk vaker dingen dubbel zal vertellen of vragen. Dat is vanwege zijn geheugenverlies. 

Levensverhaal
Het is fris. Meneer K. heeft gelukkig een dikke jas aan, sjaal om en een kek hoedje op. We stoppen zijn benen onder de warme dekenhoes die we op de riksja meenemen. Na een klein kwartier staan we naast het Bonnefanten aan de Maas. Meneer K. heeft dan al een deel van zijn levensverhaal prijsgegeven: geboren Maastrichtenaar, opgegroeid in een groot huis aan de Tongerseweg waar ook opa, oma en een tante in woonden, naast vader, moeder en vijf broertjes en zusjes. Mr K was lid van de Maria Congregatie waar hij een opleiding genoot volgens de Jezuïeten en hij volgde een opleiding aan de HTS. Hij is nog steeds erg gelovig en vertelt over de Goddelijke drie-eenheid. Vader, Zoon en de Heilige Geest, ieder met een voor hem eigen invulling en betekenis. Meneer K. zo begrijp ik, is ook getrouwd. Hij heeft een zoon en een dochter. 

Zingen
We fietsen over de Maaspuntweg naar Wyck en hij herinnert zich een lied van de gezellen van dat stadsdeel en begint spontaan te zingen. Gewerkt heeft hij in de papierfabriek van – nu – Sappie. Daar was hij manager. Ik begrijp dat dat inhield dat hij de leiding had over een werkploeg die een grote papiermachine heeft gebouwd en bediend. Ook onregelmatige diensten hoorden daarbij. Daardoor heeft hij goed verdiend en geniet hij nu van een goed pensioen. 

Ouderlijk huis
Ik leg uit dat we voldoende tijd hebben om naar de Tongerseweg te rijden om het ouderlijk huis nog eens te bekijken. Dat vindt hij goed. Zijn kamer in de Koepelhof is een kleine bibliotheek maar helaas gaat het lezen moeizaam door een verergerende vorm van dyslexie. Maar hij heeft het daar erg naar zijn zin.

Meneer K. is op de hoogte van de komst van ons Koningspaar volgend jaar naar Maastricht. Hij kent de route al die Willem en Max zullen gaan wandelen. Ik vertel dat een stukje verderop in het park een Koningsboom staat. We fietsen er naar toe en passeren een wat oudere man die ik herken: Jan Janssen. Niet de Tourwinnaar maar de ‘dialecticus’ en verhalenverteller. Ooit begenadigd ‘Toeker’ van de Tempeleers. Stilstaand bij de Koningsboom zie ik dat Janssen ons bijna heeft ingehaald. We maken een klein rondje om de boom en zeg wat harder “als echte Maastrichtenaar zult u deze meneer ook wel kennen…?”  Even lijkt het alsof Janssen het niet hoort maar dan draait hij zich om en roept verrast ‘Dag Jean….” De herkenning is tot mijn grote verrassing wederzijds! En nu weet ik ook de voornaam van meneer K. De heren wisselen wat algemeenheden uit. Janssen blijft wat afstandelijk en met zijn kenmerkende baritonstem neemt hij in zijn zo geliefde mestreechs afscheid: ‘Nog ‘nn gooie middig saame ……. ‘

Tramrails
We staan voor het ouderlijk huis en de heer K. vertelt dat ze als kinderen stenen op de tramrails legden. Als we terug naar het centrum fietsen ‘verklapt’ de heer K. ook het adres waar hij met zijn gezin woonde. In het Jekerkwartier achter het zwembad. In deze wijk woonden veel ‘papiermakers’ zo leer ik. Hij wijst me perfect de weg en even later staan we voor het huis. In het erachter gelegen zwembad heeft K. vaak gezwommen. K. deelt me meermaals mee hoe mooi hij dit ritje vindt en ik zeg dat ik dat ook weer fijn vind. Zo houden we de positieve stemming er in. 

Koffie
‘Waar drinken we koffie?’ De vraag wordt opgeworpen als we net het Jezuïetenklooster, inmiddels volledig ingenomen door een ander kennisinstituut, zijn gepasseerd. K. ontwaart het café ‘de Tribunal’. Even laten schuifelen we arm in arm over de hier zo karakteristieke bezande vloer naar een tafeltje. Binnen is het lekker warm en de koffie smaakt prima. K. is hier blijkbaar vroeger vaker geweest en kijkt zijn ogen uit. Hij vertelt de jonge bedienden dat er aan het interieur niet veel is veranderd maar dat het café vroeger anders heette. Tijdens de ‘stap voor stap’ terugtocht naar de riksja volgt nóg een wederzijdse herkenning. Er fietst een jonge man voorbij die even later terugkomt en roept ‘dag oom K’. Het blijkt een neef te zijn die zijn oom al langer niet heeft gezien. Hij helpt bij het instappen en belooft om snel eens te komen bezoeken. 

Als ik hem dik twee uur later naar de lift begeleid kan ik me maar een moment herinneren waar sprake was van een dubbeltelling bij hetgeen hij allemaal heeft verteld.  Prima geheugen nog voor een 92 jarige.

Oktober 2021
Jos Huisman
FAJ Maastricht