Toos & Riek

Een tijdje geleden ging ik op stap met Toos (98) en Riek (90). Ze wonen beiden in een appartementje boven een wijkcentrum. Daar wordt vier dagen in de week ‘Haags Ontmoeten’ georganiseerd, een initiatief van de gemeente Den Haag, een plek waar ouderen en hun mantelzorgers vrij kunnen binnenlopen en elkaar kunnen ontmoeten. Riek is daar lang vrijwilligster geweest en heeft daar Toos leren kennen. Ze zijn de oudsten van het gezelschap en zitten vaak aan een rustig tafeltje achterin te puzzelen. Ze hebben weinig woorden nodig. Toos was meteen enthousiast toen ik haar een foto van de riksja liet zien en we maakten een afspraak. Toen ik hen een week later kwam halen, ging de portemonnee mee want ze wilden naar een terras. Vanwege Riek’s pijnlijke rug konden we niet lang rijden dus het werd een terras aan de rand van de Scheveningse Bosjes. De rust waarmee ze samen genoten van alles wat ze onderweg zagen, was heel bijzonder om te ervaren.

Koffie
Ik parkeerde de riksja op het terras aan een tafeltje, zodat ze niet hoefden over te stappen. Ze bestelden cappuccino en appeltaart mét slagroom, want áls je het doet, moet je het goed doen. Iedereen op het terras keek met een glimlach naar die twee oude vrouwen die zo stilletjes zaten te genieten. En toen kwamen de verhalen. Van Riek, die zes kinderen grootbracht in een tijd dat je op maandag een wasmachine huurde, compleet met tonnetjes water, en die dan ’s avonds weer werd opgehaald terwijl de was overal in huis hing te drogen. Riek doet nog aan internet en appt en facetimet met haar kinderen en (achter)kleinkinderen. Als ik Toos vraag of zij dat ook doet, antwoordt Riek beschermend: “Nee, Toos niet. Ik heb het van mijn zoons geleerd. Toos is nooit getrouwd geweest. Ze heeft altijd voor haar vader gezorgd.” Er zit veel respect en liefde in die woorden. Dan vertelt Toos over haar jeugd. Over haar vader, een stugge Zeeuw die naar Den Haag kwam om werk te zoeken en daar haar stadse moeder ontmoette. Een moeder die van uitgaan en dansen hield en die overleed toen Toos een bakvis was. Toos hield veel van haar vader en het was vanzelfsprekend dat zij na de dood van haar moeder voor hem zou zorgen. “Hij was een hele fijne man. Hij had het er alleen niet zo op dat ik met een man thuiskwam”. En dan moet ze lachen. “Maar ik heb daar nooit spijt van gehad”. Haar vader overleed in zijn 100 e jaar. Toos was toen al over de 70. Als ik hen terugbreng naar ‘Haags Ontmoeten’ wil iedereen horen hoe het is geweest.
Een week later hangt de foto van Truus en Riek in de riksja op het prikbord bij de andere foto’s.

Fietsen Alle Jaren Scheveningen,
Ankie Vingerling